Formaliteiten die moeten geregeld worden door een apotheker-titularis in geval van schorsing
De Nationale Raad acht het nuttig om zijn leden eraan te herinneren welke formaliteiten dienen geregeld te worden in geval van schorsing van het recht om de Artsenijbereidkunde uit te oefenen.
Door de Orde der Apothekers worden volgende officiële instanties verwittigd:
- Provinciaal Geneeskundige Commissie;
- De Farmaceutische Inspectie;
- De Procureur-generaal van het Hof van Beroep;
- De minister van Volksgezondheid (indien het gaat om een beslissing in laatste aanleg);
- De verschillende Provinciale Raden;
- Het RIZIV.
Gezien hij/zij gedurende een bepaalde periode niet meer gemachtigd is om de artsenijbereidkunde uit te oefenen, voldoet de apotheker die het voorwerp uitmaakt van een schorsing niet meer aan de voorwaarden die vereist zijn om als titularis tijdens deze periode aangesteld te worden. De schorsing in het recht de artsenijbereidkunde uit te oefenen heeft de facto het verlies van de hoedanigheid van apotheker-titularis tot gevolg.
De apotheker-titularis, die als bediende werkt, is gehouden zijn werkgever op de hoogte te brengen van het feit dat hij/zij een tuchtsanctie heeft opgelopen die hem/haar zal verhinderen zijn/haar functie tijdens een bepaalde periode waar te nemen. Het komt de houder van de vergunning toe een andere apotheker-titularis aan te stellen.
Indien de apotheker-titularis zelf de houder van de vergunning is, dient hij zelf een nieuwe apotheker-titularis aan te stellen.
Zoals bij elke wijziging van het titulariaat van een officina, moeten verschillende instanties worden verwittigd van deze wijziging:
- De Orde der Apothekers: artikel 21 van het K.B. van 29 mei 1970 tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der apothekers;
- Het FAGG: artikel 4, §2ter, al. 5 van het K.B. n°78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
- Het RIZIV: de nieuwe apotheker-titularis moet het akkoord Apotheker/RIZIV ondertekenen;
- De tarificatiedienst;
- De verzekeringsmaatschappijen;
- De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (wijziging op het niveau van de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens);
- De lokale beroepsvereniging (voor de goede organisatie van de wachtdienst).
Daarenboven moeten volgende administratieve maatregelen genomen worden:
- Alle uitgaande documenten waar de gegevens van de apotheek opstaan moeten de naam bevatten van de “plaatsvervangende” titularis;
- Het identificatie etiket dient eveneens de naam van deze titularis te vermelden;
- Affichage aan de apotheek moet worden aangepast;
- Opmaken van een inventaris van de verdovende middelen en hun gelijkgestelden, tegengetekend door beide partijen en te bezorgen aan de Farmaceutische inspectie.
De Nationale Raad herinnert zijn leden er aan dat, volgens artikel 54 van de Code van de farmaceutische plichtenleer, de apotheker die het voorwerp uitmaakt van een schorsing tijdens de betrokken periode geen enkele handeling kan stellen die behoort tot de activiteiten van een apotheek, noch aanwezig kan zijn in een apotheek tijdens de activiteitsperiode ervan.