Verantwoorde aflevering

11 apr. 2011
  • Home
  • Verantwoorde aflevering

Een artikel recentelijk verschenen in de krant «Le Journal du Médecin» (15/03/2011, nr. 2145) heeft een zekere opschudding verwekt bij bepaalde leden van de Orde der apothekers. Dit artikel wou een recente beslissing van de Nationale Raad van de Orde der geneesheren weergeven, doch de inhoud van deze beslissing werd er jammer genoeg slecht in weergegeven.

Het gaat over een beslissing betreffende de “vraag om informatie aan de provinciale geneeskundige commissie m.b.t. geschorst in het recht de geneeskunde uit de oefenen” van 19/02/2011, waarin de nationale Raad van de Orde der geneesheren antwoordt op een vraag uitgaande van een verontruste apotheker nadat hij vernomen had in een persartikel dat een arts ontzegd werd in het recht om de geneeskunde uit te oefenen.

Na geantwoord te hebben dat de vraag onder de bevoegdheid viel van de provinciale geneeskundige commissie, vervoegt de Nationale Raad van de Orde der geneesheren door te benadrukken dat “de apotheker de door een arts voorgeschreven geneesmiddelen dient af te leveren, met inachtneming van de bepalingen van het artikel 4, §2bis, van het K.B. nr 78 van 10/11/1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen”.

Zich baserend op deze bepaling herinnert de Nationale Raad enkel aan de wettelijke missie van de apotheker op vlak van de verdeling van de geneesmiddelen, namelijk een verantwoorde aflevering, en geen automatische aflevering zoals het artikel in kwestie het zou willen doen verstaan.

De verantwoorde aflevering impliceert dat de apotheker zich vergewist van de authenticiteit van het hem voorgelegde voorschrift dat aan de wettelijk vereiste voorwaarden moet voldoen. Zo moet het voorschrift afkomstig zijn van een gezondheidszorgbeoefenaar die gemachtigd is voor te schrijven. Bij twijfel van de apotheker betreffende de hoedanigheid van de voorschrijvende arts, is het zijn plicht - en zijn verantwoordelijkheid - om zich ervan te verzekeren dat deze persoon effectief het recht heeft om wettelijk het beroep uit te oefenen.